9:34 Toen Farao zag, dat de regen en hagel, en de donder ophielden, zo verzondigdehij zich verder, en hij verzwaarde zijn hart, hij en zijn knechten.
9:35 Alzo werd Farao's hart verstokt, dat hij de kinderen Israels niet trekken liet, gelijkals de HEERE gesproken had door Mozes.