47:29 Als nu de dagen van Israel naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoonJozef, en zeide tot hem: Indien ik nu genade gevonden heb in uw ogen, zo leg tochuw hand onder mijn heup, en doe weldadigheid en trouw aan mij, en begraaf mijtoch niet in Egypte;
47:30 Maar dat ik bij mijn vaderen ligge; hierom zult gij mij uit Egypte voeren, en mij inhun graf begraven. En hij zeide: Ik zal doen naar uw woord!
47:31 En hij zeide: Zweer mij! en hij zwoer hem. En Israel boog zich ten hoofde van hetbed. Genesis 48