23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat,in al uw woningen.
23:4 Deze zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, de heilige samenroepingen, welke gij uitroepen zult op hun gezetten tijd.
23:5 In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des HEEREN pascha.
23:6 En op den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de ongezuurde broden des HEEREN; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten.
23:7 Op den eersten dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen.
23:8 Maar gij zult zeven dagen vuuroffer den HEERE offeren; en op den zevenden dag zal een heilige samenroeping wezen; geen dienstwerk zult gij doen.
23:9 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
23:10 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen zijn, hetwelk Ik u geven zal, en gij zijn oogst zult inoogsten, dan zult gij een garf dereerstelingen van uw oogst tot den priester brengen.
23:11 En hij zal die garf voor het aangezicht des HEEREN bewegen, opdat het voor u aangenaam zij; des anderen daags na den sabbat zal de priester die bewegen.
23:12 Gij zult ook op den dag, als gij die garf bewegen zult, bereiden een volkomen lam, dat eenjarig is, ten brandoffer den HEERE;
23:13 En zijn spijsoffer twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den HEERE tot een liefelijken reuk; en zijn drankoffer van wijn, het vierde deel van eenhin.
23:14 En gij zult geen brood, noch geroost koren, noch groen aren eten, tot op dienzelven dag, dat gij de offerande uws Gods zult gebracht hebben; het is een eeuwigeinzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
23:15 Daarna zult gij u tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomensabbatten zijn;
23:16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult gij vijftig dagen tellen, dan zult gij een nieuw spijsoffer den HEERE offeren.
23:17 Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn deeerstelingen den HEERE.
23:18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren, en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandofferzijn, met hun spijsoffer en hun drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.
23:19 Ook zult gij een geitenbok ten zondoffer, en twee eenjarige lammeren ten dankoffer bereiden.
23:20 Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN, met de twee lammeren bewegen; zij zullen denHEERE een heilig ding zijn, voor den priester.
23:21 En gij zult op dienzelfden dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningenvoor uw geslachten.
23:22 Als gij nu den oogst uws lands zult inoogsten, gij zult, in uw inoogsten, den hoek des velds niet ganselijk afmaaien, en de opzameling van uw oogst niet opzamelen;voor den arme en voor den vreemdeling zult gij ze laten; Ik ben de HEERE, uw God!
23:23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
23:24 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heiligesamenroeping.
23:25 Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren.
23:26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
23:27 Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult denHEERE een vuuroffer offeren.
23:28 En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN uws Gods.
23:29 Want alle ziel, welken op dienzelven dag niet zal verootmoedigd zijn geweest, die zal uitgeroeid worden uit haar volken.
23:30 Ook alle ziel, die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal Ik uit het midden haars volks verderven.
23:31 Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
23:32 Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negenden der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbatrusten.
23:33 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
23:34 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Op den vijftienden dag van deze zevende maand zal het feest der loofhutten zeven dagen den HEERE zijn.
23:35 Op den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gij doen.
23:36 Zeven dagen zult gij den HEERE vuurofferen offeren; op den achtsten dag zult gij een heilige samenroeping hebben, en zult den HEERE vuuroffer offeren; het iseen verbodsdag; gij zult geen dienstwerk doen.
23:37 Dit zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, welke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, om den HEERE vuuroffer, brandoffer en spijsoffer, slachtoffer endrankofferen, elk dagelijks op zijn dag, te offeren;
23:38 Behalve de sabbatten des HEEREN, en behalve uw gaven, en behalve al uw geloften, en behalve al uw vrijwillige offeren, welke gij den HEERE geven zult.
23:39 Doch op den vijftienden dag der zevenden maand, als gij het inkomen des lands zult ingegaderd hebben, zult gij des HEEREN feest zeven dagen vieren; op deneersten dag zal er rust zijn, en op den achtsten dag zal er rust zijn.
23:40 En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht desHEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn.
23:41 En gij zult dat feest den HEERE zeven dagen in het jaar vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren.
23:42 Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israel zullen in loofhutten wonen;
23:43 Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israels in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de HEERE, uw God!