3:1 Een psalm van David, als hij vlood voor het aangezicht van zijn zoon Absalom. 3:2 O HEERE! hoe zijn mijn tegenpartijders vermenigvuldigd; velen staan tegen mij op. 3:3 Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela. 3:4 Doch Gij, HEERE! zijt een Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn hoofd opheft. 3:5 Ik riep met mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg Zijner heiligheid. Sela. 3:6 Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij. 3:7 Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten. 3:8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
3:2 O HEERE! hoe zijn mijn tegenpartijders vermenigvuldigd; velen staan tegen mij op. 3:3 Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela. 3:4 Doch Gij, HEERE! zijt een Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn hoofd opheft. 3:5 Ik riep met mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg Zijner heiligheid. Sela. 3:6 Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij. 3:7 Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten. 3:8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
3:3 Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela. 3:4 Doch Gij, HEERE! zijt een Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn hoofd opheft. 3:5 Ik riep met mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg Zijner heiligheid. Sela. 3:6 Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij. 3:7 Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten. 3:8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
3:4 Doch Gij, HEERE! zijt een Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn hoofd opheft. 3:5 Ik riep met mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg Zijner heiligheid. Sela. 3:6 Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij. 3:7 Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten. 3:8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
3:5 Ik riep met mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg Zijner heiligheid. Sela. 3:6 Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij. 3:7 Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten. 3:8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
3:6 Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij. 3:7 Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten. 3:8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
3:7 Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten. 3:8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
3:8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
3:9 Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.
GOTO NEXT CHAPTER - BIBLE INDEX & SEARCH