7:1 Davids Schiggajon, dat hij den HEERE gezongen heeft, over de woorden van Cusch, den zoon van Jemini. 7:2 HEERE, mijn God, op U betrouw ik; verlos mij van al mijn vervolgers, en red mij. 7:3 Opdat hij mijn ziel niet rove als een leeuw, verscheurende, terwijl er geen verlosser is. 7:4 HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in mijn handen is; 7:5 Indien ik kwaad vergolden heb dien, die vrede met mij had; (ja, ik heb dien gered die mij zonder oorzaak benauwde!) 7:6 Zo vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof wonen! Sela. 7:7 Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen. 7:8 Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. 7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:2 HEERE, mijn God, op U betrouw ik; verlos mij van al mijn vervolgers, en red mij. 7:3 Opdat hij mijn ziel niet rove als een leeuw, verscheurende, terwijl er geen verlosser is. 7:4 HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in mijn handen is; 7:5 Indien ik kwaad vergolden heb dien, die vrede met mij had; (ja, ik heb dien gered die mij zonder oorzaak benauwde!) 7:6 Zo vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof wonen! Sela. 7:7 Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen. 7:8 Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. 7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:3 Opdat hij mijn ziel niet rove als een leeuw, verscheurende, terwijl er geen verlosser is. 7:4 HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in mijn handen is; 7:5 Indien ik kwaad vergolden heb dien, die vrede met mij had; (ja, ik heb dien gered die mij zonder oorzaak benauwde!) 7:6 Zo vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof wonen! Sela. 7:7 Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen. 7:8 Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. 7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:4 HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in mijn handen is; 7:5 Indien ik kwaad vergolden heb dien, die vrede met mij had; (ja, ik heb dien gered die mij zonder oorzaak benauwde!) 7:6 Zo vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof wonen! Sela. 7:7 Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen. 7:8 Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. 7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:5 Indien ik kwaad vergolden heb dien, die vrede met mij had; (ja, ik heb dien gered die mij zonder oorzaak benauwde!) 7:6 Zo vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof wonen! Sela. 7:7 Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen. 7:8 Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. 7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:6 Zo vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof wonen! Sela. 7:7 Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen. 7:8 Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. 7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:7 Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen. 7:8 Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. 7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:8 Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. 7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. 7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! 7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. 7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:12 God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt. 7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. 7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:14 En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen. 7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. 7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. 7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:17 Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. 7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
7:18 Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
GOTO NEXT CHAPTER - BIBLE INDEX & SEARCH