Bad Advertisement?

News / Reviews:
  • World News
  • Movie Reviews
  • Book Search

    Are you a Christian?

    Online Store:
  • Visit Our eBay Store



  • DUTCH BIBLE - NUMBERS 10

    PREVIOUS CHAPTER - NEXT CHAPTER - HELP


    10:1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

    10:2 Maak u twee zilveren trompetten; van dicht werk zult gij ze maken; en zij zullen u zijn tot de samenroeping der vergadering, en tot den optocht der legers.

    10:3 Als zij met dezelve blazen zullen, dan zal de gehele vergadering tot u vergaderd worden, aan de deur van de tent der samenkomst.

    10:4 Maar als zij met de ene zullen blazen, dan zullen tot u vergaderd worden de oversten, de hoofden der duizenden van Israel.

    10:5 Als gij met een gebroken geklank blazen zult, dan zullen de legers, die tegen het oosten gelegerd zijn, optrekken.

    10:6 Maar als gij ten tweeden male met een gebroken klank blazen zult, zullen de legers, die tegen het zuiden legeren, optrekken; met een gebroken klank zullen zij blazentot hun optochten.

    10:7 Maar in het verzamelen van de gemeente, zult gij blazen, doch geen gebroken geklank maken.

    10:8 En de zonen van Aaron, de priesters, zullen met die trompetten blazen; en zij zullen ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij uw geslachten.

    10:9 En wanneer gijlieden in uw land ten strijde zult trekken tegen den vijand, die u benauwt, zult gij ook met die trompetten een gebroken klank maken; zo zal uwergedacht worden voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, en gij zult van uw vijanden verlost worden.

    10:10 Desgelijks ten dage uwer vrolijkheid, en in uw gezette hoogtijden, en in de beginselen uwer maanden, zult gij ook met de trompetten blazen over uw brandofferen, enover uw dankofferen; en zij zullen u ter gedachtenis zijn voor het aangezicht uws Gods; Ik ben de HEERE, uw God!

    10:11 En het geschiedde in het tweede jaar, in de tweede maand, op den twintigsten van de maand, dat de wolk verheven werd van boven den tabernakel der getuigenis.

    10:12 En de kinderen Israels togen op, naar hun tochten, uit de woestijn Sinai; en de wolk bleef in de woestijn Paran.

    10:13 Alzo togen zij vooreerst op, naar den mond des HEEREN, door de hand van Mozes.

    10:14 Want vooreerst toog op de banier van het leger der kinderen van Juda, naar hun heiren; en over zijn heir was Nahesson, de zoon van Amminadab.

    10:15 En over het heir van den stam der kinderen van Issaschar was Nethaneel, den zoon van Zuar.

    10:16 En over het heir van den stam der kinderen van Zebulon was Eliab, de zoon van Helon.

    10:17 Toen werd de tabernakel afgenomen, en de zonen van Gerson, en de zonen van Merari togen op, dragende den tabernakel.

    10:18 Daarna toog de banier van het leger van Ruben, naar hun heiren; en over zijn heir was Elizur, de zoon van Sedeur.

    10:19 En over het heir van den stam der kinderen van Simeon was Selumiel, de zoon van Zurisaddai.

    10:20 En over het heir van den stam der kinderen van Gad was Eljasaf, de zoon van Dehuel.

    10:21 Toen togen op de Kohathieten, dragende het heiligdom; en de anderen richtten den tabernakel op, tegen dat dezen kwamen.

    10:22 Daarna toog op de banier van het leger der kinderen van Efraim, naar hun heiren; en over het heir was Elisama, de zoon van Ammihud.

    10:23 En over het heir van den stam der kinderen van Manasse was Gamaliel, de zoon van Pedazur.

    10:24 En over het heir van den stam der kinderen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gideoni.

    10:25 Toen toog op de banier van het leger der kinderen van Dan, samensluitende al de legers, naar hun heiren; en over zijn heir was Ahiezer de zoon van Ammisaddai.

    10:26 En over het heir van den stam der kinderen van Aser was Pagiel, de zoon van Ochran.

    10:27 En over het heir van den stam der kinderen van Nafthali was Ahira, de zoon van Enan.

    10:28 Dit waren de tochten der kinderen Israels, naar hun heiren, als zij reisden.

    10:29 Mozes nu zeide tot Hobab, den zoon van Rehuel, den Midianiet, den schoonvader van Mozes: Wij reizen naar die plaats, van welke de HEERE gezegd heeft: Ik zalu die geven; ga met ons, en wij zullen u weldoen, want de HEERE heeft over Israel het goede gesproken.

    10:30 Doch hij zeide tot hem: Ik zal niet gaan; maar ik zal naar mijn land en naar mijn maagschap gaan.

    10:31 En hij zeide: Verlaat ons toch niet; want dewijl gij weet, dat wij ons legeren in de woestijn, zo zult gij ons tot ogen zijn.

    10:32 En het zal geschieden, als gij met ons zult gaan, en het goede geschieden zal, waarmede de HEERE bij ons weldoen zal, dat wij u ook weldoen zullen.

    10:33 Zo togen zij drie dagreizen van den berg des HEEREN; en de ark des verbonds des HEEREN reisde voor hun aangezicht drie dagreizen, om voor hen eenrustplaats uit te speuren.

    10:34 En de wolk des HEEREN was des daags over hen, als zij uit het leger verreisden.

    10:35 Het geschiedde nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta op, HEERE! en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezichtvlieden!

    10:36 En als zij rustte, zeide hij: Kom weder, HEERE! tot de tien duizenden der duizenden van Israel!

    GOTO NEXT CHAPTER - BIBLE INDEX & SEARCH

    God Rules.NET
    Search 100+ volumes of books at one time. Luther Bible Search Engine. Elberfelder Bible Search Engine. German SCH Bible Search Engine