15:1 Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen. 15:2 De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit. 15:3 De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden. 15:4 De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest. 15:5 Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen. 15:6 In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. 15:7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo. 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. 15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:2 De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit. 15:3 De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden. 15:4 De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest. 15:5 Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen. 15:6 In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. 15:7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo. 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. 15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:3 De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden. 15:4 De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest. 15:5 Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen. 15:6 In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. 15:7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo. 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. 15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:4 De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest. 15:5 Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen. 15:6 In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. 15:7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo. 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. 15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:5 Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen. 15:6 In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. 15:7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo. 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. 15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:6 In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. 15:7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo. 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. 15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo. 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. 15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. 15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven. 15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? 15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. 15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. 15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. 15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. 15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. 15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. 15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! 15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. 15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. 15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. 15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. 15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. 15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. 15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. 15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
GOTO NEXT CHAPTER - BIBLE INDEX & SEARCH